Programma 1 “Forellen”

(viool, altviool I, altviool II, cello, contrabas, piano)

 

L. van Beethoven: Pianokwartet opus 16

F. Mendelssohn: Pianosextet opus 110

F. Schubert: Pianokwintet “Forellen”

 

* op dit concert kan de muziek ingeleid door korte, poëtische films, die de sfeer van de stukken op een bijzondere manier weet te verbeelden.
Het pianosextet van Mendelssohn is uitzonderlijk qua bezetting, want het vereist twee altviolisten. Aangezien dit geen gangbare combinatie is, wordt het stuk weinig uitgevoerd. Het Uriël Ensemble heeft echter twee schitterende altviolisten in huis, vandaar dat dit hemelse en edelmoedige stuk ten gehore kan worden gebracht!

Na de pauze wordt het beroemde Forellenkwintet van Schubert ten gehore gebracht. Kamermuziekliefhebbers kunnen dit niet aan zich voorbij laten gaan. Dit is het meest geliefde pianokwintet aller tijden met zijn zuivere schoonheid en het bekende forellen-thema in het vierde deel.

Programma 2 “Brahms programma”

(viool I, viool II, altviool, cello, klarinet, piano)

 

G. Mahler: Pianokwartet (1876)

J. Brahms: Klarinetkwintet opus 115

J. Brahms: Pianokwintet opus 34

 Programma 3 “Pianokwartetten”

(viool, altviool, cello, piano)

 

G. Mahler: Pianokwartet

R. Strauss: Pianokwartet opus 13

J. Brahms: Pianokwartet opus 26

Twee kwintetten van Brahms –een klarinetkwintet en een pianokwintet- hebben een prominente positie in het kamermuziekrepertoire. Het klarinetkwintet heeft een teder en introvert karakter, de klarinet en de strijkers vormen een buiten gewoon mooie homogene klank. Het pianokwintet is hier sterk mee in contrast. Het is een van de meest krachtige en extraverte composities van het kamermuziekoeuvre van Brahms. Piano en strijkers hebben een sterk contrasterende rol. Dit concert vormt een uniek kans om deze twee meesterstukken in één avond te beluisteren in een uitvoering van het Uriël Ensemble.


In dit programma kan het publiek ten volle genieten van drie fantastische pianokwartetten uit de Romantische periode. Pianokwartet is een bezetting waarin de solistisch elementen van elke instrument en het harmonieuze ensemblespel goed tot zijn recht kunnen komen. Het is een genre dat in de19de eeuw tot bloei kwam. De stukken van zowel Mahler als Strauss, waarin de invloed van Brahms te horen is, zijn op jonge leeftijd geschreven. Mahler heeft zijn pianokwartet op 16 jarige leeftijd geschreven. Wat een wonderlijke innerlijke diepte voor een16-jarige! Helaas is er maar één deel overgebleven. Het energieke pianokwartet van Strauss is geschreven toen hij 20 jaar oud was. Het bevat de dynamiek van de late romantiek.

Na de pauze sluit het Uriël Ensemble het concert af met het pianokwartet opus 26 van Johannes Brahms, één van de hoogtepunten uit de kamermuziekliteratuur. Brahms (1833-1897) componeerde op 23-jarige leeftijd de pianokwartetten opus 25 (in g) en opus 26 (in A). Anders dan in het eerste, dat meer introvert van karakter is, klinkt uit het pianokwartet opus 26 de jeugdige en vrolijkere kant van Brahms. Dit extravertere karakter is al hoorbaar in het door triolen verlevendigde hoofdthema van het eerste deel. Het daarop volgende deel is een voor Brahms typisch innig en romantisch poco Adagio. Het Scherzo is van een bijna Schubertiaanse vrolijkheid en lichtheid. Het wordt onderbroken door een trio met een wat krachtiger karakter, maar wel met de zelfde positieve ondertoon. In de Finale wordt het vrolijke, ritmische hoofdthema afgewisseld met lyrische episoden. Het hele kwartet straalt een grote levenskracht uit. Toch blijft steeds het ernstige, noordelijke karakter bespeurbaar.